De schokkende geschiedenis van de shocktherapie

De schokkende geschiedenis van de shocktherapie

De geschiedenis van de shocktherapie is schokkend; zowel in de letterlijke als in de figuurlijke zin. Toch is het voor sommigen de heilige graal bij depressie. Wat is precies de achtergrond van deze wellicht controversiële behandeling? En hoe heeft het zich vanuit de geschiedenis ontwikkeld tot de therapie van nu?

Shocktherapie, ofwel elektroconvulsieve therapie (ECT) is een voorheen wat omstreden behandeling die tegenwoordig veel gebruikt wordt bij ernstige depressie. ECT blijkt effectief bij ongeveer 60% van de therapieresistente depressies. Bij patiënten die niet eerder behandeld zijn voor een depressieve stoornis, heeft ECT zelfs een effectiviteit tot wel 90%. ECT kan ook toegepast worden bij onder andere schizofrenie, patiënten met hoge suïcidaliteit of bij (maligne) katatonie, en kan dus levensreddend zijn.

Hoe werkt ECT precies?

De naam van de behandeling verklapt eigenlijk al veel over de uitvoering van de ECT. Er wordt een elektrische impuls door de hersenen gestuurd, waardoor een gegeneraliseerd epileptisch insult wordt opgewekt. De precieze werking van de ECT is nog niet helemaal opgehelderd, maar we weten dat zo’n elektrische schock bij meermaals behandelen uiteindelijk in veel gevallen zorgt voor vermindering van psychiatrische klachten. In dier- en menselijk experimenteel onderzoek is wel aangetoond dat ECT leidt tot een verhoogde expressie van bepaalde neuronale groeifactoren. Hierdoor ontstaat de hypothese dat ECT door stimulatie van deze neuronale groeifactoren zorgt voor zowel de vorming van nieuwe neuronen als van nieuwe verbindingen tussen deze neuronen.

Hoe gaat de behandeling in zijn werk?

Tijdens de behandeling wordt de patiënt voor een korte periode onder narcose gebracht en worden er spierverslappers gegeven. De elektrische schok wordt middels twee elektroden op het hoofd toegediend waardoor een epileptisch insult wordt opgewekt. Afhankelijk van de behandelindicatie kan ECT unilateraal of bilateraal worden uitgevoerd.

Doorgaans vindt de behandeling klinisch of poliklinisch plaats waarbij patiënten ongeveer twee keer per week worden behandeld en hierbij slechts enkele minuten onder narcose hoeven. Na ongeveer zes behandelingen kan er effect worden gezien, maar gemiddeld zijn ongeveer twaalf behandelingen nodig voor goed resultaat. Omdat patiënten na de ECT vaak wat verward en vergeetachtig zijn, is het soms verstandig om een nachtje te blijven ter observatie.

Een sprong in het verleden

Zoals bij veel behandelingen in de geneeskunde, werd de goede werking van ECT per toeval ontdekt. Dit gebeurde rond eind 1930 in Italië. Psychiaters hadden al ontdekt dat het opwekken van epileptische insulten zou kunnen zorgen voor het verminderen van mentale klachten, maar voorheen werd dit insult opgewekt met chemicaliën en niet met elektriciteit. De Portugese psychiater Ladislas Meduna begon rond 1930 als een van de eerste te experimenteren met manieren om een epileptisch insult op te wekken. In 1934 ontwikkelde hij Metrazol, een medicijn dat in hoge doseringen zorgt voor een insult. Meduna merkte dat na het geven van dit medicijn, en het insult dat volgde, zijn patiënten inderdaad minder psychotische kenmerken vertoonden. Het medicijn zorgde bij toediening alleen wel voor een zogenoemd “feeling of terror”, waarbij patiënten het al op een rennen zetten wanneer ze het woord ‘Metrazol’ hoorden vallen. Daarnaast waren de insulten door dit middel ook wel erg extreem; het zorgde veelal voor zulke hevige insulten dat patiënten hier soms zelfs breuken in hun ruggenwervels aan overhielden. Wellicht moest er dan toch gezocht worden naar een wat patiëntvriendelijkere methode…

Rond dezelfde tijd begon de Italiaanse neuroloog Ugo Cerletti met het experimenten van het opwekken van insulten bij honden door ze een elektrische schock te geven. Aanvankelijk gebeurde dit door een elektrode op het hoofd te zetten en eentje in de anus, maar dit bleek te zorgen voor een hartstilstand. Niet zo handig… Later werd toen geëxperimenteerd met twee elektroden op het hoofd en dit bleek een stuk effectiever. Samen met zijn collega-psychiater Lucio Bini ontwikkelden ze toen in 1938 het eerste ECT apparaat en werd de eerste menselijke patiënt behandeld. In het begin werden met name schizofrene of psychotische patiënten behandeld, maar later bleek het ook voor ernstige depressie erg effectief.

Rond 1950 zorgden nieuwe ontwikkelingen in de psychiatrie voor de productie van de eerste vorm van orale antidepressiva; een uiteraard veel laagdrempeligere en minder invasieve methode om depressie te behandelen. Rond 1960 kwam ook de “antipsychiatrie-beweging” in opgang, waarbij het absolute bestaan van psychiatrische aandoeningen in twijfel werd getrokken. Intensieve behandelingen als ECT riepen dan ook veel weerstand op en werden als inhumaan en als marteling beschouwd. Rond deze tijd werd de ECT een tijdje minder populair, maar toch maakte het in 1980 weer een comeback. Er kwamen steeds meer verhalen naar buiten van patiënten die vrijwillig terug bleven komen voor ECT omdat ze hier zo veel positief effect van bemerkten. Dit deed het beeld dat ECT verschrikkelijk zou zijn toch wat teniet. Ondertussen kon na meer onderzoek de duur van de elekrische stimulus verkort worden en werd de anesthesie rondom de ECT ook steeds beter. Dit zorgde voor minder bijwerkingen en meer patiëntencomfort.

Is het nu geheel risicoloos?

Over de jaren is de ECT-apparatuur steeds geavanceerder geworden. Ook wordt er tegenwoordig goed gebruikgemaakt van narcose en spierverslappers, waardoor ECT tegenwoordig een erg veilige behandeling is. Hoewel het dus een veilige en effectieve behandeling is, brengt het ook wat bijwerkingen met zich mee. De meest beruchte, en ook de meest voorkomende, zijn de geheugenklachten. Alhoewel deze klachten bijna altijd slechts tijdelijk zijn, valt dit voor sommigen toch erg zwaar. Hierbij geldt echter ook dat de mate van geheugenklachten gerelateerd is aan de hoogte van de toegediende stimulus, de duur van het insult en de plaats waar de hersenen worden gestimuleerd (unilateraal of bilateraal).

Hoe afschrikwekkend de geschiedenis van de ECT misschien ook is, tegenwoordig is het een zeer effectieve en ook veilige behandeling voor onder andere ernstige depressie, psychotische stoornissen of schizofrenie. Uit de geschiedenis hebben we veel geleerd, waardoor het nu voor veel mensen een ware oplossing biedt.

Wil je meer weten over de verschillende behandelmethodes binnen de psychiatrie? Lees er alles over in onze pocket!

Hoi! Ik ben Lente, vierdejaars geneeskunde student en ik schrijf blogs voor Compendium over alles wat mij interesseert en enthousiast maakt in de geneeskunde. 

Laat een reactie achter